Welkom bij “Hét Studentenwoordenboek door en voor Studenten”! Dit woordenboek is speciaal samengesteld om studenten te helpen bij het begrijpen van de unieke taal en uitdrukkingen die vaak worden gebruikt in de studentengemeenschap. Hier vind je een verzameling van veelvoorkomende termen, afkortingen en slang die je tegen kunt komen tijdens je studentenleven. Laten we enkele veelgebruikte woorden en hun betekenissen verkennen:
Studie
- Tentamen: Een schriftelijke of mondelinge toets die studenten moeten afleggen om hun kennis en begrip van een bepaald vak of onderwerp te demonstreren.
- Uitloopcollege: Een college dat uitloopt buiten de reguliere lesuren, vaak door een interessante discussie of een gepassioneerde docent.
- Scriptie: Een uitgebreid onderzoeksdocument dat studenten moeten schrijven als afsluiting van hun studie, waarin ze hun kennis en vaardigheden op het gebied van onderzoek demonstreren.
- Studieontwijkend gedrag: Activiteiten die studenten ondernemen om te voorkomen dat ze aan hun studie werken, zoals Netflix kijken, social media gebruiken of uitstellen.
- Collegekaart: Een identiteitskaart die studenten ontvangen bij aanvang van hun studie, waarmee ze toegang krijgen tot de universiteit, collegezalen en andere faciliteiten.
- Studiefinanciering: Financiële ondersteuning die studenten ontvangen van de overheid om hun studiekosten te dekken, zoals collegegeld, boeken en levensonderhoud.
- Studiepunten: Eenheden die worden toegekend aan voltooide cursussen en die bijdragen aan het behalen van een diploma. Studenten moeten een bepaald aantal studiepunten behalen om hun studie succesvol af te ronden.
- Blackout: Een situatie waarin een student zich niet kan herinneren wat er is gebeurd tijdens een avond van overmatig drinken.
- Collegegeld: Het bedrag dat studenten moeten betalen om ingeschreven te worden aan een onderwijsinstelling en toegang te krijgen tot onderwijs en andere faciliteiten.
- BSA (Bindend Studieadvies): Een regeling waarbij studenten een minimum aantal studiepunten moeten behalen om door te kunnen gaan met hun opleiding. Als ze niet aan de eisen voldoen, kunnen ze worden uitgesloten van verdere studie.
- Studiebeurs: Een vorm van financiële ondersteuning die studenten ontvangen op basis van hun academische prestaties, financiële behoeften of andere criteria. Studiebeurzen hoeven meestal niet te worden terugbetaald.
- Scriptiebegeleider: Een docent of professor die studenten begeleidt en adviseert bij het schrijven van hun scriptie of afstudeerproject.
- Tentamenstress: De gevoelens van spanning, nervositeit en druk die studenten ervaren voorafgaand aan en tijdens het afleggen van tentamens.
- Hoorcollege: Een les gegeven door een docent waarin informatie wordt gepresenteerd aan een grote groep studenten.
- Studieontwijkend gedrag: Activiteiten die studenten ondernemen om te vermijden dat ze aan hun studie werken, zoals sociale media checken, Netflix kijken of uitstelgedrag vertonen.
- Vakantiebaan: Een tijdelijke baan die studenten tijdens de vakantieperiode kunnen aannemen om wat extra geld te verdienen.
- Scriptiebeurs: Een financiële subsidie die studenten kunnen ontvangen om hen te ondersteunen bij het schrijven van hun scriptie of afstudeerproject.
- Collegegeldvrijstelling: Een regeling waarbij studenten onder bepaalde omstandigheden zijn vrijgesteld van het betalen van collegegeld.
Huisvesting
- Stufi: Een informele afkorting voor studiefinanciering, verwijzend naar de financiële ondersteuning die studenten ontvangen van de overheid.
- Uitwonend: Een status waarbij studenten niet bij hun ouders wonen en in plaats daarvan op zichzelf wonen, vaak in een studentenhuis of een eigen appartement.
- Studentenflat: Een gebouw waar meerdere studenten een eigen kamer huren en gemeenschappelijke voorzieningen delen, zoals keukens, badkamers en woonruimtes.
- Campus: Het terrein of de locatie waar een universiteit of hogeschool gevestigd is, inclusief collegezalen, bibliotheken, studentenhuisvesting en andere faciliteiten.
- Studentenhuis: Een woning waarin meerdere studenten samenwonen. Dit kan een huis zijn dat ze delen of een gebouw met individuele kamers en gemeenschappelijke voorzieningen.
- Studentencomplex: Een specifiek gebouw of complex dat volledig is gewijd aan studentenhuisvesting. Dit kan bestaan uit individuele kamers of zelfstandige studio’s met gedeelde faciliteiten zoals een keuken, badkamer en gemeenschappelijke ruimtes.
- Campuswoningen: Woningen die zich op of nabij de universiteitscampus bevinden. Deze kunnen eigendom zijn van de onderwijsinstelling of particuliere verhuurders die zich specifiek richten op studenten.
- Anti-kraak: Een regeling waarbij studenten tegen een lage huurprijs in leegstaande panden mogen wonen. Dit is vaak tijdelijk en kan een betaalbare optie zijn, maar houd er rekening mee dat de woonomstandigheden minder stabiel kunnen zijn.
- Kamerverhuur: Particuliere verhuurders die kamers aanbieden in hun eigen huis. Dit kan een goedkope en flexibele optie zijn, vooral als je op zoek bent naar een gemeubileerde kamer.
- Hospiteren: Een proces waarbij studenten solliciteren op een kamer in een studentenhuis. Dit omvat vaak een kennismakingsgesprek met de huidige bewoners om te bepalen of er een goede match is.
- Woningcorporaties: Organisaties die betaalbare huurwoningen aanbieden, waaronder speciale woningen voor studenten. Deze woningen kunnen worden toegewezen op basis van inschrijfduur en/of inkomenscriteria.
- Short-stay accommodatie: Tijdelijke accommodatie die beschikbaar is voor studenten, bijvoorbeeld voor een kortdurende stage of uitwisselingsprogramma. Dit kan variëren van gemeubileerde kamers tot volledig ingerichte appartementen.
- Co-housing: Een woonsituatie waarbij meerdere mensen, waaronder studenten, samenleven en de kosten en verantwoordelijkheden delen. Dit kan een vorm van gemeenschappelijk wonen zijn waarbij gezamenlijke activiteiten en verantwoordelijkheden worden gedeeld.
- Huurtoeslag: Financiële ondersteuning die beschikbaar is voor studenten met een laag inkomen om hen te helpen bij het betalen van de huur. Dit kan worden aangevraagd bij de belastingdienst.
Feesten
- Kroegentocht: Een georganiseerde activiteit waarbij studenten verschillende cafés en bars bezoeken en genieten van een drankje op elke locatie.
- Bierpong: Een populair drankspel waarbij spelers een pingpongbal over een tafel proberen te gooien en deze in de bekers met bier van de tegenstander proberen te laten landen.
- Studentenvereniging: Een organisatie opgericht door studenten, gericht op sociale activiteiten, netwerken en het bevorderen van vriendschap en gemeenschap tussen studenten.
- BAF (Bier, Alcohol en Feesten): Een term die wordt gebruikt om het studentenleven te beschrijven, waarbij het genieten van bier, alcohol en feesten centraal staat.
- Kater: Een onaangenaam gevoel na overmatig alcoholgebruik, gekenmerkt door hoofdpijn, misselijkheid en vermoeidheid.
- Studentensportverenigingen: Naast het sporten kun je bij studentensportverenigingen ook vaak deelnemen aan sociale activiteiten, waaronder borrels en feesten die gericht zijn op sportteams.
- Studentenevenementen en -organisaties: Binnen je universiteit of hogeschool zijn er waarschijnlijk speciale studentenevenementen en -organisaties die feesten en sociale activiteiten organiseren. Denk aan gala’s, open mic-avonden, comedyshows, pubcrawls en meer.